Landelijke Rekentoets en dyscalculie
In 2014 wordt in het VO een pilot uitgevoerd met een aangepaste rekentoets voor leerlingen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie. De aanpassingen zijn gedaan in zowel de eisen (de opgaven zijn eenvoudiger), de hulpmiddelen, als de afnamecondities. Een dyscalculieverklaring is hierbij niet verplicht, de school bepaalt of een leerling voldoet aan de criteria die het CvTE (College voor Toetsing en Examens) heeft bepaald. Gebruik van een eigen rekenmachine (eenvoudige uitvoering) is bij alle opgaven bij deze toets toegestaan. Verder is er een model-rekenkaart (hulpkaart opgesteld door CvTE) die door de leerlingen mag worden gebruikt en heeft men meer tijd voor het maken van de toets ten opzichte van de reguliere toets. Bij het diploma wordt vermeld dat de leerling de aangepaste rekentoets heeft gemaakt.
Leerlingen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie zijn niet verplicht de aangepaste toets te maken. Zij mogen aan de reguliere toets deelnemen, waarbij men op basis van de dyscalculieverklaring recht heeft op maximaal 30 minuten tijdsverlenging en recht op het gebruik van de model-rekenkaart. Het gebruik van de rekenmachine is niet voor alle opgaven toegestaan.
(Bron: www.steunpunttaalenrekenenvo.nl en www.examenblad.nl)
Invoering landelijke Rekentoets
In het schooljaar 2014-2015 wordt de landelijke rekentoets ingevoerd in het VMBO en Havo/VWO. Dit schooljaar vormt de toets nog geen onderdeel van de slaag-/zakregeling. Het cijfer komt op een bijlage bij de cijferlijst. De toets is voor iedereen verplicht, ook als je geen wiskunde
in je eindpakket hebt.
Vanaf het schooljaar 2015-2016 bepaalt de uitslag van deze toets eveneens of je
je dipoma haalt. Dus ookal sta je met al je vakken op school ruim voldoende,
een onvoldoende voor rekenen kan ervoor zorgen dat je je diploma niet haalt. Je
moet minimaal een 5 halen en deze compenseren met minimaal een 6 voor de
landelijke taaltoets.
Voor het MBO-4 wordt het examen in het schooljaar 2015-2016 ingevoerd.Voor het MBO-2 en -3 wordt het examen in het schooljaar 2016-2017 ingevoerd.
In het basisonderwijs wordt de bestaande eindtoets (Cito) naar een eindtoets die volledig rapporteert over de vorderingen van de leerlingen op de referentieniveaus.
Leerlingen hebben twee kansen om de rekentoets te halen. Ongeacht of die kansen in het eindexamenjaar, het voorexamenjaar of verspreid over beide jaren worden benut.
(Bron: www.taalenrekenen.nl en www.balansdigitaal.nl)
Toelichting Referentieniveaus rekenen
Het referentiekader rekenen bestaat uit fundamentele niveaus (F-niveaus) en streefniveaus (S-niveaus). Het F-niveau is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het S-niveau is voor leerlingen die meer aankunnen. Leerlingen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en MBO moeten het volgende eindniveau rekenen hebben:
opleiding niveau
basisonderwijs 1F
vmbo, en mbo-1, -2 en -3 2F
Havo, vwo en mbo-4 3F
Iedere referentieniveau bestaat uit de vier hoofdonderwerpen (domeinen) getallen, verhoudingen, meten/meetkunde en verbanden.
2F heeft iedereen nodig om in de samenleving te kunnen functioneren.
(Bron: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/taal-en-rekenen)
